Neokoloniaal en een teken van tegenwerking. Zo bestempelen huidige coalitiepartijen in de Curaçaose interim-regering het ingrijpen van Nederland om geplande verkiezingen op het eiland op 28 april door te laten gaan.
Minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) maakte de maatregel van de Rijksministerraad vrijdag bekend. Curaçao krijgt een zogeheten aanwijzing waarin staat dat gouverneur Lucille George-Wout overheidsdiensten mag inschakelen om de verkiezingen in goede banen te leiden.
Die maatregel moet voorkomen dat de verkiezingen worden afgelast door de huidige regering, die het in februari gevallen kabinet-Koeiman opvolgde. Na de val werden direct nieuwe verkiezingen uitgeschreven, tot ongenoegen van een nieuwe coalitie onder leiding van voormalig minister-president Gerrit Schotte. In de nieuwe regering die onlangs werd geïnstalleerd is de partij MFK van Schotte de grootste. Zelf kan hij geen minister-president worden wegens een veroordeling voor ambtelijke corruptie en fraude.
De Curaçaose interim minister-president Gilmar Pisas (MFK), reageerde woedend op de stap van Nederland. ,,Ze willen ons niet en werken ons tegen”, aldus Pisas. Coalitiepartij Korsou di Nos Tur vindt de beslissing van Nederland ,,neokoloniaal”. Een minister van een andere coalitiepartij, Pueblo Soberano, nam ontslag uit protest tegen de in haar ogen ongewenste inmenging van Nederland.
De interim-regering van Pisas trad een week geleden aan en nam direct een beslissing om de verkiezingen uit te stellen. Enkele dagen later trok het die beslissing weer in. Volgens Pisas kan zijn regering volledig zorgdragen voor eerlijke verkiezingen. Hij betreurt het besluit van de Rijksministerraad en noemt die ook volstrekt onnodig.